Rugzakjes vol positieve ervaringen | Ivan, trajectbegeleider Het Bariet
Ivan Buiting werkt als praktijkopleider en trajectbegeleider op Het Bariet in Lichtenvoorde, een school voor voortgezet speciaal onderwijs. Ivan leerlingen zijn tussen de 12 en 18 jaar oud. Sommigen van hen blijven een jaartje langer op school, bijvoorbeeld als er nog extra groei mogelijk is.
‘Jarenlang kreeg ik een lichte allergische reactie als ik mensen hoorde zeggen: “Ik heb van mijn hobby mijn werk gemaakt.” Maar dat kan dus écht, weet ik sinds ik in 2018 startte op Het Bariet. En dat voor een jongen die ooit buschauffeur wilde worden, net als zijn vader. Mijn ouders raadden me dat gelukkig af: mensen vervoeren kon altijd nog; met mensen wérken paste volgens hen veel beter met me. En zo is het precies!
2-banen-in-1
Ik koos voor een mbo-studie activiteitenbegeleiding. Werkte vervolgens op tal van plekken, met heel verschillende doelgroepen: in de jeugdhulpverlening, gehandicaptenzorg en als ambulant begeleider. Al die ervaring komt samen in mijn werk bij Het Bariet, waar ik eigenlijk twee banen heb. Drie dagen per week ben ik praktijkbegeleider op het arbeidstrainingscentrum (ATC), de andere twee dagen werk ik als trajectbegeleider op het stagebureau.
Van vertrouwen naar kracht
Op beide werkplekken gaat het erom de kracht van leerlingen naar boven te halen. Wat je daar als allereerste voor nodig hebt, is een vertrouwensband. Steeds je oren en ogen openhouden: echt luisteren, echt zien. Insteken op de interesses die ze hebben, je verdiepen in hun belevingswereld. Dat begint al op dag 1, als ze als 12-jarige op het ATC binnen wandelen. En gaat door tot ze van school gaan. Want die vertrouwensband is nodig om ze te helpen opstaan als ze struikelen, bijvoorbeeld door overvraging of juist door ondervraging.
Dwars? Echt niet!
Laat ik een voorbeeld geven van zo’n struikelpartij: op het ATC zien mijn collega en ik soms nonchalant gedrag. “Nee hoor, dat ga ik niet doen”, zegt een leerling dan. “Laat mij nou maar gewoon stickeren; ik heb echt geen zin in een montage-taakje.” Op het eerste oog lijkt dat dwarsheid. Maar door de band die we met onze leerlingen hebben, prikken we daar doorheen: vaak is het gebrek aan zelfvertrouwen. Dus dan kijken we wat zo’n leerling nodig heeft om tóch te durven. Ze moeten ervaren dat ze wat kunnen, in plaats van er niet aan te beginnen: het kan niet fout gaan, hooguit anders dan verwacht.
Puzzelen en kleuren
Zo leren de leerlingen op het ATC door de jaren heen alles wat ze tijdens hun stages en in hun latere leven nodig hebben. En ze ontdekken op school wat ze leuk vinden: consumptief, dienstverlening, groen en facilitair. De meesten stromen na hun schooltijd door naar een dagbestedingsplek. Een kleiner deel gaat werken op een beschutte werkplek, en dan zijn er de uitzonderingen die in een reguliere baan terechtkomen. Vanuit het stagebureau probeer ik de best mogelijke stage voor iedere leerling te regelen: een plek die past en ruimte biedt voor groei. Dat doe ik niet in mijn eentje trouwens: het is een puzzel die ik samen met de leerling, ouders, mentor, klassenassisten en intern begeleider leg. En moeten we daarvoor wat buiten de lijntjes kleuren? Dan doen we dat!
Verrassende wending
Dan denk ik bijvoorbeeld aan een leerling die leerroute 2 volgde. Meestal stroom je daarna uit naar dagbesteding. Maar deze jongen redde zich tijdens zijn stage als glazenwasser en in het vloerenonderhoud ontzettend goed, ook sociaal gezien. We hebben hem daarom overgeplaatst naar leerroute 3. Maar die schoolbankjes: hij past daar niet. Hij leert van doen, niet van denken. We buigen ons nu met z’n allen opnieuw over de puzzel en zien twee opties: óf de schooltijd afmaken met alleen maar stage óf een half jaar eerder uitstromen naar werk. Soms moet je van de gebaande paden af om de kracht van een leerling (nog verder) naar boven te halen.
Niets is standaard
Of misschien moet ik zeggen: we gaan stándaard van de gebaande paden af om leerlingen verder te helpen. In het speciaal onderwijs heb je tenslotte alle ruimte voor maatwerk. Om stapje voor stapje, door de jaren heen, samen te ontdekken waar de interesse ligt en hoe we die met z’n allen kunnen vertalen naar een mooie en zinvolle uitstroomplek.
We, we en nog eens we
Zie je hoe vaak ik het woordje ‘we’ gebruik in mijn verhaal? Dat is niet voor niets: mijn collega’s en ik staan als één team om de leerling heen - ieder vanuit zijn of haar eigen vakgebied en met evenveel betrokkenheid. Samen stoppen we zoveel mogelijk positieve ervaringen in al die verschillende rugzakjes. En dan: goed bepakt op weg naar de toekomst!’
In de reeks verhalen 'Ik ben een onderwijsspecialist' vertelt een onderwijsspecialist wat zijn of haar baan speciaal maakt. Deze keer vertelt Denise over onderwijs dat je samen geeft.
Meer verhalen